Volgens hoogleraar Jan de Vuijst (TiasNimbas) is een goede groepsleider een symptoom van de groep. Als je bijvoorbeeld tegen een groep kinderen zegt: jullie vormen een groep omdat jullie allemaal heel goed kunnen uitlegen, dan schuift de groep iemand naar voren als leider die dit ook heel goed kan. Het is echter ook zo met een probleemgeconcenteerde groep. Als een groep honger heeft, schuiven ze een leider naar voren, die zelf ook honger heeft, niet degene die ze brood kan geven. (zie:http://tinyurl.com/6scx5sj)
Shakespeare schreef verschillende koningsdrama’s die leiderschap en groepsdynamiek onder de loep nemen. Neem bijvoorbeeld de tragedie van Koning Hamlet. In Shakespeare’s versie begint het verhaal met het feit dat de oude koning (vader van Hamlet) zojuist gestorven is en diens broer Claudius heeft net de troon bestegen om het koninkrijk Elsinore te gaan besturen. Aan diens zijde de moeder van Hamleth, Gertrud. Als Hamlet erachter komt dat het Claudius is die zijn vader heeft vermoord, begint hij plannen te smeden om Claudius om te brengen en zijn vader te wreken. Hoewel dit lukt, is Hamlet uiteindelijk toch zelf de pineut. Het verhaal van Hamlet eindigt met de dood van alle personages. Hij vermoordt zelf veschillende leden van ‘zijn groep’ en komt hier niet meer uit. Een ware tragedie dus.
De oplossing in verhalen ligt vaak in de kwaliteiten van 1 held of heldin, die een probleem heeft op te lossen. Er zijn dan een aantal hulpkrachten, andere personages, die bijdragen aan deze strijd. Wanneer de held, in dit geval Hamlet, het echter aan bepaalde kwaliteiten ontbeert en zelf geen echte leider van de troepen is, gaat het probleem zegevieren. Zoals Dr. Jan de Vuijst al aangeeft, een probleemgerichte leider biedt geen oplossingen. Hamlet biedt ook geen oplossing, behalve dan hetzelfde doen als zijn oom Claudius ook al deed. Namelijk de persoon waar je iets tegen hebt, ombrengen.
Tijdens trainingen die ik geef, geven mensen wel eens aan te maken te hebben met een ‘lastige baas of manager’ die samenwerking problematisch maakt. Mijn nieuwe tactiek is om hen door een kleine omwenteling te laten gaan, waarbij ze even zelf een held zijn die de juiste kwaliteiten aanboort om een beperking te lijf te gaan. Zo vraag ik hen wel eens welke kwaliteiten zij vinden dat het hun manager ontbeert, waarover ze zelf WEL beschikken. Vaak is dat zoiets als respect of charme of humor of iets. Ik vraag dan aan hen om deze kwaliteit een kleur te geven en een textuur, en deze in gedachten te geven aan die ander. Soms mogen mensen die kleur ook ‘uitgieten’ over hun baas (in hun hoofd dan). Vaak verandert in gedachten al het beeld van de persoon in hun hoofd. Maar nog leuker is het dat er ook in de realiteit een andere dynamiek ontstaat. Een dame die ik had geholpen met deze kwestie vertelde me dat ze een heel ander gevoel bij haar baas had gekregen, en hem ineens totaal anders was gaan zien. In presentaties stond ze niet meer in een hoek, maar stond ze naast hem, en voelde ze zich bijna even lang. (haar baas was 1.98 cm en zij 1.65 m) Ik ben dan heel benieuwd wat hij daarvan heeft gemerkt…